De Rally
De vijf deelnemende teams met hun auto’s arriveerden op 16 mei 1907 in de Chinese havenstad Shanghai. De start werd aanzienlijk vertraagd door de Chinese autoriteiten. De deelnemers werden niet met open armen ontvangen in Peking; de keizerlijke familie en de regering dachten dat de deelnemers spionnen waren en dat het een westerse plot was om de militaire kracht van China te onderzoeken. Diverse ministeries en bureaucraten gingen er van uit dat de race een excuus was voor de Europeanen om met de auto’s Peking te infiltreren en daarbij de controle van de stad over te nemen. Ondanks vele diplomatieke contacten tussen verscheidene partijen weigerde het Chinese gerechtshof om toestemming te verlenen om de auto’s door Peking te laten rijden vanwege het feit dat de auto’s nog geen legale status hadden in die tijd. Ezels moesten gebruikt worden om de auto’s door Peking te vervoeren. Tijdens de discussies over het toestaan van de race, deed zich het probleem voor dat er geen Chinees woord voor “automobiel” bestond. Naar analogie van de trein die de Chinezen “vuur rijtuig” (huo che) noemden, hebben ze de automobiel “olie rijtuig” (chi che) genoemd. Uiteindelijk werd 10 juni toestemming verleend om te mogen vertrekken
In het begin werd er in konvooi gereden, gebruikmakend van grote aantallen dragers om de auto’s over de bergen ten noorden van Peking en de Chinese muur te tillen. Vanzelfsprekend was de voortgang van de race in deze fase erg traag. Er wordt beweerd dat alle teams hadden besloten om tijdens het hele evenement bij elkaar te blijven. Echter na de tweede nacht verliet het “Itala team”de rest van de groep en zette de reis individueel door de Gobi woestijn voort en werd niet meer gezien door de rest van de deelnemers. Prins Borghese, de leider van het Itala team, beschikte over zijn eigen brandstof en politieke en administratieve mogelijkheden om individueel de reis voort te zetten
In de nabijheid van het Baikalmeer is de Itala door een brug gezakt.
Op de derde dag raakt het Contal team in onoplosbare problemen en verdwaalt. De brandstof raakt op in de Gobi woestijn en vervolgens hebben ze hun voertuig daar achtergelaten. Door uitputting en dorst kreeg het Contal team last van koorts en dysenterie. De bestuurder was er zo erg aan toe dat deze voor verzorging werd achtergelaten bij een Mongoolse stam
De twee De Dions worden voorzichtig over de brug van de Cha Ho geloodst
Met 15 km/u. hobbelt de Itala over de spoorlijn langs het Baikalmeer
De twee De Dion teams en de Spijker bleven samen tot het Baikal meer, waar de Spyker in technische problemen raakte en de Dion teams alleen verder gingen. Godard, de chauffeur van de Spyker haalden hen vervolgens weer in, maar het is niet bekend of hij vals gespeeld zou hebben door een stuk van de route met de trein te nemen
Voor alle deelnemers was de reis bijzonder zwaar, rivieren moesten overgestoken worden. Dit gebeurde door ze er doorheen te slepen door ossen of drijvend op zelf gemaakte vlotten. De auto’s kwamen regelmatig vast te zitten in rijstvelden en woestijnzand. Ze hebben de “grote Lama van Urga” ook een lift gegeven en ze moesten kratten met champagne achterlaten in de Gobi woestijn om de auto’s lichter te maken. Allen hebben geleden aan dysenterie en andere ziektes. Zij hadden allemaal problemen om langs het Baikal meer te komen en hebben allemaal gebruikt gemaakt van de Trans-SiberiĆ« express spoorlijn, aangezien sommige stukken onbegaanbaar waren
De Grote Lama van Urga bekijkt de Spyker , naast hem -met helm- Godard
Op 10 augustus kwam het Itala team als eerste aan in Parijs, ondanks een omweg van Moskou naar St. Petersburg om een feestje bij te wonen. Het Itala team heeft er 61 dagen over gedaan, met een gemiddelde van 250 kilometer per dag. De Dion en de Spyker teams arriveerden gezamenlijk twee weken later in Parijs